Milieueffecten van product-verpakkingscombinaties

Interview met onderzoeker Tom Ligthart (TNO)

Milieueffecten van product-verpakkingscombinaties

LCA-tool voor optimalisatie duurzaam verpakken

Is een PET-flesje duurzamer dan een drankenkarton? Soep in blik, karton, glas of sta-zak, wat maakt het uit voor de milieu-impact? Hoe scoort een douchegel in de ene verpakking en hoe in de andere? “LCA is dé tool om zulke vragen te beantwoorden, maar je kunt daar op veel verschillende manieren naar kijken. Er is ook niet één methode voor”, zegt senior-onderzoeker Tom Ligthart van TNO. Voeg daarbij een lange lijst met effecten (in dit geval ook ‘vermeden effecten’), afwegingen en factoren die van invloed kunnen zijn op de milieuprestaties van de verschillende productverpakkingscombinaties. En dan? “Ja, dan heb je een complexe materie”, beaamt Ligthart.

Laat Ligthart nu juist de complexere LCA’s zo leuk vinden om te doen. Het was dus niet verwonderlijk dat de vraag om een LCA-tool te ontwikkelen, specifiek voor verpakkingen, bij hem terecht kwam. Een tool om de milieueffecten van verpakkingen te analyseren, die optimalisaties in het ontwerp van verpakkingen mogelijk maakt. “Een tool om aan de knoppen van het systeem te draaien”, noemt Ligthart het eenvoudig. “Wat gebeurt er als je dit doet, wat is het resultaat als je dat doet.”

Discussie

In de wetenschap bestaat consensus over de toepassing van Life Cycle Assessment (LCA) om de milieu-impact door de hele keten heen te kunnen kwantificeren. Maar hoe de uitkomsten moeten worden geïnterpreteerd, is en blijft lastig. Dit leidt vaak tot discussie, wat te wijten is aan de complexiteit van de LCA-methode en de keuzes die daarin moeten worden gemaakt. “In de verschillende bestaande LCA-methoden worden wel tot achttien milieueffecten meegenomen, die je allemaal tegen elkaar kunt afwegen. Gelukkig hebben we daar software voor, want het gemiddelde menselijk brein kan er maar zo’n drie of vier doorrekenen.”

Ligthart stopte vier beoordelingsmethoden in EnvPack om de milieueffecten vanuit meerdere perspectieven te bekijken en te evalueren. Vijf fasen uit de levenscyclus van een verpakking worden beoordeeld: materiaalgebruik (aluminium, glas, karton, PET, HDPE, laminaten), productie, distributie en gebruik van de verpakkingen en als vijfde de inzameling en recycling. Uiteindelijk schetst de LCA de effecten op de menselijke gezondheid, op het ecosysteem en op de hulpbronnen, zoals land- en watergebruik. Hiervoor werden de al genoemde verschillende soep- en douchegel-verpakkingen gebruikt, plus kleine drankverpakkingen (tot 0,5 liter).

Ligthart verbeterde enkele traditionele benaderingen en voegde nog enkele bijzonderheden aan zijn onderzoek, zoals een berekening van productverliezen en de zogenoemde consumptie-context. “Het scheelt bijvoorbeeld of een product buitenshuis of binnenshuis wordt gebruikt en hoe een product uiteindelijk wordt afgedankt, ingezameld en gerecycled. Daarvoor kon ik putten uit andere onderzoeken van het wetenschappelijk onderzoeksprogramma. Overigens kunnen we in een LCA niet met álle details rekening houden; bijvoorbeeld of mensen boodschappen op de fiets of met de auto doen, één keer per week of met verschillende bezoekjes aan de supermarkt. In dat geval werken we met aannames of we laten dingen buiten beschouwing, waarvan we weten dat die per saldo weinig extra milieubelasting opleveren.”

De tool laat in de verschillende levensfasen van een product de milieueffecten zien en hoe die worden opgebouwd

Omdat er vier methoden in EnvPack beschikbaar zijn, rees de vraag of deze dezelfde rangorde zouden opleveren bij de vergelijking van de milieuprestaties van de verschillende product-verpakkingscombinaties. Ligthart: “De beste en de slechtste milieuprestatie waren voor elke methode duidelijk hetzelfde. Ertussenin verschilden de resultaten niet zo. Het al of niet meenemen van productverliezen - in de ene verpakking blijft meer soep of gel achter dan in de andere - speelde geen rol.”

Nadat de tool was gebouwd, is deze door studenten Industrieel Product Ontwerpen van de Haagse Hogeschool beproefd. Zij kregen een praktijkopdracht om een duurzame drink-on-the-go verpakking te ontwerpen. Eerst leerden ze de LCA-theorie en terminologie, daarna oefenden zij met de tool en wat ze geleerd hadden pasten ze vervolgens toe in hun opdracht. “Ze ontdekten de verschillen tussen veronderstelde en de feitelijke duurzaamheid van verpakkingsmaterialen. Uiteindelijk konden we aantonen dat met onze relatief eenvoudig te gebruiken LCA-tool betere prestaties werden behaald bij het ontwerpen van een zo duurzaam mogelijke verpakking, die uit minder materiaal en uit beter te recyclen materiaal bestond.”

Milieuprestaties

Ook consumentenhouding en -gedrag zijn van invloed op de milieu-impact. “Vaak denken mensen dat een glazen verpakking de duurzaamste is”, vertelt Ligthart. “De glasbak bestaat al veertig jaar in Nederland, waardoor glas en recycling automatisch met duurzaamheid worden geassocieerd. Grondstoffen zoals zand en soda zijn ook alom aanwezig, dus voor uitputting van hulpbronnen hoeven we ook niet te vrezen. Maar voor de recycling is bijna net zoveel energie nodig als om nieuw glas te maken. Juist materiaalgebruik en de productiefase tellen zwaar mee in de milieuprestaties.”

Tom Ligthart weet dat EnvPack-methode geen einde maakt aan de discussies over LCA-uitkomsten. Toch ziet hij veel winstpunten, zowel voor studenten, de verpakkingskundigen van de toekomst, als voor verpakkingsontwerpers. “De tool laat in de verschillende levensfasen van een product de milieueffecten zien en hoe die worden opgebouwd. De tool maakt ook een link tussen productverliezen en technische materiaaleigenschappen. Verder is de tool, in tegenstelling tot commerciële varianten, vrij toegankelijk voor onderwijsinstellingen. Wellicht gaan we naar een situatie toe met een webbased versie van de tool, zodat ook verpakkingsontwerpers bij producenten en importeurs erover kunnen beschikken. Zij kunnen dan berekenen waar duidelijk winst valt te behalen in de verduurzaming van bestaande en nieuwe verpakkingen.”